Bijbel en schepping – Eerbied voor het leven!

“Zend uw adem en zij worden geschapen” ps. 104: 30

Bijbel en schepping – Eerbied voor het leven!

Psalm 104 bezingt Gods grootheid in de schepping. Bergen, beken en bomen worden getekend en in dat landschap dieren als klipdassen, steenbokken, jonge leeuwen en ooievaars. God heeft daarin een orde gebracht waarin alles tot leven kan komen. Alles leeft door de adem die God gegeven heeft, van moment tot moment. De psalmdichter gebruikt die adem om God te loven! ‘Die zelf de adem schiep waarmee Hij wordt geprezen’, zo zegt een psalm.
‘Ruach’, het Hebreeuwse woord voor ‘adem’ betekent ook ‘geest’; Twee woorden die nauw aan elkaar verwant zijn. Met de adem wordt de levensgeest geschonken. En Gods Geest wordt genoemd “Adem van God”. Met zijn Geest doorademt God alle leven. Mens en dier, ja de hele schepping leeft van die adem van God. Alle leven is bezield door de levensadem die ons door God van moment tot moment wordt geschonken. God blaast de adem in ons, door ons heen. En ook in de poes, die lui op de bank ligt, in de merel die in de boom zijn hoogste lied zingt en in diezelfde boom vol groene bladeren is de ademende levenskracht van God aanwezig. Dat voelen en vieren we uitbundig in deze lentetijd.

Die adem van God is ook in het kalf dat gemest wordt in de stallen. En in de bedreigde grutto die als een ware piloot baltsend over de weilanden gaat… Allemaal levend door de levensadem van God. Al dat leven samen vormt een samenhangend en ademend web van leven, waarvan wij een deeltje zijn. Allemaal afhankelijk van de Geest, de adem van God. En wanneer de adem ons en alle levende leven ontnomen wordt, dan is het met ons gedaan, zo zegt deze psalm. Mens en dier treffen in de dood hetzelfde lot, zo voegt de Prediker toe, ze delen immers in dezelfde adem. Wanneer we beseffen dat we een stukje zijn van die grote doorademde schepping, dat alle leven door de Geest van God bezield is, worden we verwonderd en nederig. Besef van verbonden-zijn brengt een groeiende liefde voor alle leven mee en leidt tot goede zorg voor dat leven. Eerbied voor het leven!

Wordt je bewust van je adem. Ga goed zitten: je rug recht, je voeten verbonden met de aarde, je hoofd recht en waardig op je schouders. Adem in- adem uit… Voel maar en ervaar maar: levensadem die je van moment tot moment geschonken wordt. Jouw inademing is Gods adem…. Je wordt van moment tot moment geschapen! Zo voelbaar dichtbij is God!

Je mag de adem die je gekregen hebt heel concreet gebruiken om te danken én te bidden voor heel die ademende schepping. Danken en bidden voor je hond, voor vogels en de bomen, voor het kalf in de stal en/of voor de grutto, die bedreigde vogel van de polder. Concreet bidden en danken voedt onze liefde en onze eerbied voor het leven.


Paulus schrijft in de Romeinenbrief over de ademnood waarin de schepping verkeert. De hele schepping zucht vanwege het lijden, vanwege de vergeefsheid waaraan de schepping is onderworpen en waaraan ook wij zijn onderworpen. Met de dood als eindeloos repeterend refrein. Die schepping ademt zwaar vanwege onze hebzucht, onze onverschilligheid, onze ongehoorzaamheid. In onze tijd van ecologische crisis ervaren we steeds meer het zuchten dat door de schepping heengaat. Paulus hoort dat zuchten al en hij zegt: de schepping is in barensnood. Dat lijdende zuchten is een zuchten van geboortepijn. En ook wij zuchten in onszelf en in ons zucht de Geest met onuitsprekelijke verzuchtingen. Wachtend op het openbaar worden van de kinderen van God die leven in de vrijheid en heerlijkheid van God. De Geest van God zucht in ons en in de schepping om de herstelde verhouding met God. Gods adem, Gods zuchten is Gods bidden en wachten in ons en in zijn schepping! Paulus helpt ons breder te kijken als het om heil en genezing gaat. Dat gaat niet alleen om ons, maar om herstel van de hele schepping.


Ik kijk om me heen en zie het lijden van de schepping, ik hoor het zuchten, de ademnood van kwetsbare diersoorten, van leven dat dreigt uit te sterven, van de vele dieren die voor onze feesten gemest en geslacht worden en nauwelijks een dierwaardig leven hebben. Van de bomen die verstikken en verdrogen… Een zucht die door te lege weilanden en te volle stallen heengaat. Het doet me pijn, ik ben er zelfs deel van… ik zucht en bid een Kyrie Eleison. En de Geest zucht, Gods adem stuwt door alle dood heen, wachtend, hopend op een nieuw begin…


“Zend uw adem en zij worden geschapen”. Aan de avond van de dag van de Opstanding komt Jezus in de afgesloten kamer waar zijn leerlingen verslagen en verward samenzijn. De Opgestane brengt hen de vredegroet en hij blaast op hen en spreekt: ‘Ontvang de Heilige Geest’. De discipelen worden beademd met Geest, worden gezonden om getuigen te zijn van Jezus Christus. Hij is de Zoon van God die openbaar is geworden! In Hem begint de herstelde schepping. Hij blaast en zet ons op onze benen. Door Zijn spreken tot ons worden wij opgewekt. Zijn opstanding geeft ons hoop en kracht om ook op te staan, om zoon en dochter te zijn van God en in die waardigheid te leven! Te leven met eerbied voor het leven.


“Heb God schepping lief in al haar volheid tot op het kleinste zandkorreltje. Bemint ieder blaadje, iedere zonnestraal Gods. Bemint de dieren en de planten, bemint alle dingen. Door je liefde voor al het geschapene zul je tot het begrip van Gods mysterie in alle dingen geraken. En als je het eenmaal zo ver hebt gebracht zul je er van dag tot dag meer kennis van verwerven. En tenslotte zul je de hele wereld beminnen in één grote alomvattende liefde” (F. Dostojewski, De gebroeders Karamazov)

Kees Verduijn

Afbeelding boven de overweging: Franciscus en de vogels

Deel deze pagina met anderen!