Een rond de Bijbel – De Bijbel gehoorzamen

‘Hij zei: ‘Abba, Vader, voor U is alles mogelijk, neem deze beker van mij weg.
Maar laat niet gebeuren wat Ik wil, maar wat U wilt’
(Marcus 14:36).

Gezag aanvaarden is iets wat in onze tijd onder druk staat. Gezagsdragers die in eerdere tijden weinig tegenspraak of tegenstand ondervonden moeten vandaag de dag hun gezag verdienen. Het natuurlijke gezag van ‘allen die over je gesteld zijn’ (Rom. 13:1-3) is niet meer verbonden aan de positie van hem of haar maar aan het gedrag van de betreffende gezagsdrager. In bepaalde opzichten is daar niets mis mee. Op het knikken en buigen voor een ander, enkel en alleen op basis van iemands positie, valt best wat af te dingen. Maar het autonome denken is dusdanig doorgeschoten dat ‘gehoorzamen’ bijna een vies woord is geworden. Ons tijdsgewricht laat duidelijk zien dat ongebreidelde vrijheid een keerzijde heeft. Gehoorzaam zijn aan het gezag en leven in vrijheid sluiten echter elkaar niet uit, integendeel!

Als gemeente van Jezus Christus zijn we tot vrijheid geroepen (Gal. 5:13). Dit betekent echter niet dat we niet naar elkaar luisteren of dat we niets aan elkaar verplicht zijn. De apostel Petrus doet in zijn brief een dringende oproep om het gezag van de oudsten van de gemeente te accepteren (1 Petr. 5:5). En samen met hen die leiding geven aan de gemeente zijn we gehoorzaam aan het Woord van God. Deze voluit Bijbelse notie lezen we ook terug in de Kerkorde van de Protestantse Kerk in Nederland. Zij belijdt de Heilige Schrift als de enige bron en norm van kerkelijke verkondiging en dienst (Art.I, 3). Deze grote en hoge woorden zijn gekozen omdat de Bijbel niet zomaar een verzameling van dode letters is, ‘maar zij ademt God’ (Van de Kooij, Christelijke dogmatiek). Daarom dient er naar dit Woord ook geluisterd te worden. Gods Woord dringt aan tot volledige overgave aan de Allerhoogste.

Dat overgave aan Hem niet zonder slag of stoot gaat laat onze Here Jezus Christus door middel van het Evangelie zien. De weg die Hij van de kribbe tot op het kruis ging, was een weg van totale gehoorzaamheid. Als twaalfjarige liet Hij het Zijn moeder al weten: ‘Wist u niet dat Ik in het huis van Mijn Vader moest zijn?’ (Luk. 2:49). Toen Petrus Hem later wilde behoeden voor een smadelijke dood, liet Hij het ook aan Zijn toegewijde leerling weten dat Hij in gehoorzaamheid de weg wilde gaan die Zijn Vader Hem wees (Matt. 16:23). Deze gehoorzaamheid die Christus ten toon spreidt is geen slaafse gehoorzaamheid maar is er een van innige verbondenheid met Zijn Vader in de hemel.

Deze innige verbondenheid wordt wel op de proef gesteld als de kruisdood met grote stappen dichterbij komt. Het wegdragen van de zonde van de wereld (Joh. 1:29) zal Hem in de diepste diepte van de dood brengen. Een diepe en helse afgrond wacht Hem. Wie zou dan niet vrezen? Wie durft onverschrokken de bittere beker van het lijden tot op de bodem leeg te drinken? Juist op zo’n moment is het aanlokkelijk om te luisteren naar je eigen wil en verlangen(s), maar Jezus is uit ander hout gesneden! Hij kiest in de bittere strijd niet voor zijn eigen Ik maar blijft gehoorzaam aan Zijn Abba. Deze gehoorzaamheid brak onze eeuwige dood. Zie dan op Christus: ‘Voor allen die Hem gehoorzamen, is Hij een bron van eeuwige redding’ (Hebr. 5:9).

Cock Kroon

Deel deze pagina met anderen!