Heilige(n) in Lunteren

Als protestant, en opgevoed in de Gereformeerde leer, begeef ik mij misschien wel op glad ijs als ik iets schrijf over heiligen. Toch waag ik mij eraan omdat ik elke keer, als ik over de Kerkhoflaan rijd, het beeld van St. Antonius mis. Zijn verdwijning heeft niets te maken met de beeldenstorm die tussen augustus en oktober 1566 plaatsvond. In die tijd werd er met hard hand een bezem gehaald door vele godshuizen in de Lage Landen. Die beelden werden, door hen die de nieuwe leer waren toegedaan, verwijderd omdat men een einde wilde maken aan allerlei misstanden in Rooms Katholieke Kerk van die dagen. Dat leverde, met name boven de rivieren, wat kale ‘preekschuren’ op. Voor allerlei versieringen was geen plaats meer. Bijzondere muur- of plafondschilderingen verdwenen onder een dikke laag kalk. De nadruk kwam te liggen op de lezing en verkondiging van het Woord.

De grote ontdekking van de Reformatie was dat een mens alleen door het geloof rechtvaardig voor God is. Die ontdekking was (en is!) een enorme bevrijding voor allen die zich, ondanks alle vrome inspanningen, nooit goed genoeg achten om in Gods nabijheid te verkeren. Een schaduwzijde van deze ontdekking was wel dat aan het doen van ‘goede werken’ een verdacht luchtje kwam te zitten, want we worden niet door de werken zalig maar alleen door Gods genade.

Ik denk niet dat onze Rooms Katholieke broeders en zusters, deze alles bepalende genade, zullen tegenspreken maar ze zullen ons wellicht wel toevoegen dat we met het verwijderen van de beelden wel de goede werken van de heiligen uit het oog zijn verloren. Die beelden hebben, net zoals de iconen, een functie. Die beelden van heilige mannen en vrouwen verwijzen ons naar dat wat ze deden. Ze roepen ons op om de enige God – Vader, Zoon en Heilige  Geest  -, te vertrouwen en lief te hebben met heel ons hart, met heel onze ziel, in heel ons denken  en met al onze krachten (Matth. 22:37), en dat wij ons van de wereld afkeren, onze oude natuur  doden en in een nieuw, godvrezend leven wandelen (Tit. 2:12). Deze radicale toewijding zien we terug in het leven van hen die als heiligen zijn gebeeldhouwd.

Eén van hen is de boeken ingegaan als St. Antonius. Zijn wieg stond, rond het jaar 250 na Chr., in Egypte. Zijn ouders hadden goed geboerd en lieten, na hun overlijden, zoon Antonius een flink fortuin na. Maar in plaats van er royaal van te leven gaf hij zijn hele bezit aan de armen en koos hij voor een leven van afzondering in de woestijn. Uren, dagen, maanden en jaren stond geheel in het teken van de omgang met God. Deze bewonderingswaardige toewijzing bleef niet onopgemerkt. Mensen voegden zich bij hem en er ontstond een gemeenschap van monniken. Na zijn overlijden op 105 jarige leeftijd werd Antonius al snel heilig verklaard. Die heiligverklaring zorgde er ook voor dat men graag een gedeelte van zijn gebeente (een reliek) wilde hebben. Daarnaast werd hij veelvuldig op een sokkel gezet waarvan het natuurlijk maar de vraag is of die heilige(en) dat zelf wel wilde(n).

In Lunteren sierde een beeld van St. Antonius de muur van de  Rooms-Katholieke Antonius Abt-kerk, maar sinds haar sluiting in december 2018 staat dit gebouw leeg en staat het beeld van St. Antonius ergens in een depot. Maar heiligen horen natuurlijk niet thuis in een of ander magazijn. Heiligen dienen zichtbaar te zijn, bij voorkeur niet in beelden van hout, steen of metaal, maar in mensen van vlees en bloed. Want heiligen zijn geen zonderlingen, exclusieve gelovigen, onaantastbare hemelburgers of opstapjes voor ons tot God. Het zijn ‘gewone’ mensen die hun heil vonden en vinden in Hem die gegeven is tot gerechtigheid, heiliging en verlossing: Jezus Christus (1 Kor. 1:30). Deze Bijbelse belofte is, God zij dank, niet gebonden aan één kerkgenootschap met haar eigen vormen en rituelen.

Met het verdwijnen van het beeld van St. Antonius zijn de heiligen uit Lunteren niet verdwenen, want wie in Christus is, die is veilig en heilig! Geprezen zij Zijn Naam: ‘Hij deed hen veilig gaan! Komt, zingen wij tesaam met alle heiligen!’ (Lied 103, Liedboek voor de kerken, 1973).

Cock Kroon

Deel deze pagina met anderen!