Kijk naar de vogels

Vorig jaar mei melde ik u dat het nest in onze beukenhaag er, na het uitvliegen van de jonge merels, verlaten en stil bij lag. Al snel vergeet je dan ook het wonderlijke gebeuren dat zich daar, vanaf de eerste taklegging tot en met de uittocht van het jonge volk, onder je ogen voltrokken heeft. Zeker als met het verstrijken van de tijd de verschillende seizoenen zich afwisselen. Na de warme zomer kwam de herfst met haar wind en regen. Daarna volgde een zachte winter met uiteindelijk toch nog even een korte strenge vorstperiode. Toen de vorst uit het land was moest de beukenhaag, met het oog op de komende lente, gesnoeid worden.

Zelf vond ik de hoogte en breedte nog wel schappelijk maar anderen waren van mening dat ze drastisch teruggesnoeid moest worden. Dit terugsnoeien werd ter hand genomen door iemand met groene vingers. Met een forse motorzaag ging hij de haag te lijf; gezien zijn achtergrond geloofde ik hem op zijn woord dat dit echt noodzakelijk was, maar ik vond het op het eerste gezicht maar een grote ravage die hij aanrichtte.

Voor mijn ogen verdween de veilige setting waarin de merels al heel wat jaren hun jongen neerlegden. Op basis van dat wat ik zag trok ik mijn (te) snelle conclusie: dit jaar dus geen nest(en) en geen nieuw leven. Maar opnieuw werd mij door de vogels, net als vorig jaar, de les gelezen.

Enige dagen na het snoeien waren de merels toch aan het bouwen geslagen. Niet op de vertrouwde plek maar een paar meter verderop. Ze hadden hun oog laten vallen op de haag coniferen van de buren. Daar was volop ruimte en genoeg beschutting om te nestelen. Hun enthousiasme, creativiteit en doorzettingsvermogen riepen in mij iets wakker.

Na een jaar vol beperkingen sporen de merels mij aan om niet te focussen op dat wat niet kan maar om met nieuwe ogen te kijken naar de wereld om mijn heen. Met het oog hierop denk ik aan de dichter Jan Wit (1914-1980), hij schreef: ‘Laat dan mijn hart U toebehoren en laat mij door de wereld gaan met open ogen, open oren om al Uw tekens te verstaan. Dan is het aardse leven goed, omdat de hemel mij begroet.’  

Cock Kroon

Deel deze pagina met anderen!