Samen de Bijbel lezen

Filippus opent zijn mond
en beginnend vanuit dit Schriftwoord
verkondigt hem Jezus (Hand.8:35)

Samen de Bijbel lezen… 

Deze zomer bezochten we het museum van de schilder Henk Helmantel in Westeremden, Groningen. Helmantel schildert werkelijk prachtige stillevens. Een van zijn schilderijen laat een hele oude Bijbel zien, opengeslagen bij het titelblad van het Nieuwe Testament. “het NIEUWE TESTAMENT ofte alle boecken des Nieuwen Verbonts onzes Heeren JESU CHRISTI…staat met oude drukletters te lezen. In een compositie heeft Helmantel een gebold glazen vaasje met een groene twijg op dat titelblad gezet. Door de bolling van het glas is de naam ‘JESU’ enorm uitvergroot. Daar legt hij in dit stilleven de nadruk op. “Nieuw leven” noemde Helmantel deze compositie. Het is met recht een geloofsbelijdenis van de schilder: in het Evangelie gaat het over Jezus en nieuw leven begint met Hem! Precies hierover gaat het in het Bijbelgedeelte van Filippus en de kamerling uit Ethiopië.

In het verhaal van Handelingen 8 komen we Filippus tegen. Hij heeft de opdracht van een engel gekregen om zich op weg te begeven richting Gaza. En op die weg ontmoet hij – na een aanwijzing van de heilige Geest – een kamerling uit het land van Ethiopië, een hoge ambtenaar, bewaarder van de schatten van de koningin en om die reden waarschijnlijk een eunuch, een ontmande. De kamerling heeft een pelgrimage naar Jeruzalem gemaakt en op de terugweg leest hij hardop uit de boekrol van Jesaja. Lezen deed men in die tijden hardop. Dat heeft iets moois: wanneer je de dingen hardop zegt, dan komen de woorden werkelijk tot leven. Wanneer we de Bijbel in de gemeente hardop lezen, dan komt dat woord werkelijk aanwezig, komt dat Woord onder ons wonen. Filippus hoort hem lezen en voegt in: “Begrijp je ook wat je aan het lezen bent?” Zo vraagt hij. Dan luisteren ze samen naar wat er geschreven staat.

De man leest uit de boekrol van Jesaja, hoofdstuk 53, over de Knecht van de Heer, die evenals een stemmeloos schaap dat naar de slacht wordt gebracht, zijn mond niet opent. Die een weg van vernedering en zelfs verbrijzeling gaat. Vreemd genoeg wordt juist in de weg van vernedering het oordeel weggenomen en komt bevrijding, zo zegt Jesaja over deze Knecht. Haken de woorden over Jesaja bij deze machtige man, die ondanks invloedrijke positie in zijn mannelijkheid vernederd is, ontnomen van toekomst? “Over wie gaat dit”, zo vraagt hij aan Filippus, “heeft de profeet het over zichzelf of gaat het over iemand anders?”

Dan verkondigt Filippus hem Jezus Christus. Filippus verstaat die oude woorden van Jesaja vanuit Jezus Christus. Over Hém gaat het in dit gedeelte. Hij is degene die de weg van vernedering en dood is gegaan en door God zelf weer is opgewekt, die een Naam heeft gekregen boven alle namen. Filippus vertelt ons dat we Gods woorden pas goed kunnen begrijpen vanuit Jezus zelf. We begrijpen Gods woord vanuit een persoon, vanuit Jezus Christus, God zelf die naar ons heeft omgezien en waarmee we verbonden zijn. Hij is het levende Woord van God dat om ons vlees is geworden, onder ons heeft gewoond, onze vernedering heeft gedragen en ter wille van onze ongerechtigheid ten onder is gegaan. Daarmee staat er een dikke rode streep door onze schuld én door onze dwaalwegen. Dat stemmeloze Lam, dat is een spiegel voor wie wij zelf zijn en waar we van binnen mee worstelen: onze zwakte, onze mislukkingen, onze onvolmaaktheid, onze breuken en butsen die we opdoen in het leven – ze zijn op Hem terecht gekomen. We mogen weer opstaan in een nieuw, verzoend en geheeld leven. In Jezus Christus en achter Hem aan wordt nieuw leven zichtbaar en mogelijk, daar groeit een nieuwe twijg, bloeit nieuw leven open….

Wanneer Filippus vol vuur Jezus verkondigt aan deze Ethiopiër komt hij tot geloof: Deze Jezus die zijn leven heeft gegeven wordt ook zijn Heer. Het water van de doop bezegelt zijn geloof.

Eén rond de Bijbel – het thema waarmee we dit jaar als gemeente op weg gaan.  We worden als gemeente uitgenodigd om in dit nieuwe seizoen samen te verstaan wat de woorden van God voor ons betekenen. Daarin zullen we telkens met vreugde ontdekken de werkelijke aanwezigheid van onze Heer, Jezus Christus, de Levende, de Zoon van God. In het gewaad van zijn Woord komt Christus zelf tot ons, spreekt ons aan en komt aanwezig in ons leven. In de heilige Doop en heilig Avondmaal bezegelt Hij zijn aanwezigheid in en onder ons. “Dan zullen we, samen met alle gelovigen, zien hoe breed, lang, hoog en diep de liefde van Christus is. Dan zullen we ervaren en begrijpen dat die liefde van Christus ons menselijk verstand te boven gaat. Ons hele wezen zal dan vol van God zijn”. (Ef.3:18)

Kees Verduijn

De dichter ds. André Troost plaatste het volgende gedicht bij het schilderij van Helmantel :

Er is een naam

Er is een naam
Voor wat geen naam mag hebben
Er is een naam
Voor wie verstrikt in duizend spinnenwebben
Niets dan de dood voor ogen heeft

Er is een naam
Een twijgje in de lente
Een tak aan een dorre struik
Een blaadje aan een oude boomstronk
Een voorjaar dat in licht ontluikt

Er is een naam
Tussen gisteren en morgen
Er is een naam
Tussen oud en nieuw
Tussen wat was en zal komen
Er is een naam:
Ik droeg je toen je viel.

A.F. Troost,

Uit: Licht dat leven doet, 2021, Kok Boekencentrum Uitgevers

Deel deze pagina met anderen!