Psalm 127

1 Een pelgrimslied van Salomo. Als de Heer het huis niet bouwt, vergeefs zwoe-gen de bouwers; als de Heer de stad niet bewaakt, vergeefs doet de wachter zijn ronde. 2 Vergeefs in het dat je vroeg opstaat, je laat te ruste legt, je aftobt voor wat brood, Hij geeft het zijn lieveling in de slaap. 3 Kinderen zijn een geschenk van de Heer, de vrucht van de schoot is een beloning van God. 4 Als pijlen in de hand van de schutter, zo zijn kinderen, verwekt in je jeugd. 5 Gelukkig is de man wiens koker is gevuld met pijlen zoals zij. Hij staat niet te schade als hij zijn vijanden aanklaagt in de poort.

Het heilige moeten

Werken doe je om een inkomen te hebben, maar ook om jezelf te ontplooien. In deze “thuiswerk” tijd blijkt dat het samenwerken met collega’s essentieel is voor het geluk van de werknemers. Je ontmoet mensen, maakt contact bij de koffieautomaat. Zeker nu de sociale activiteiten door Corona ver zijn terug gedraaid is werk voor vele “het doel” in het leven. Hetzelfde geldt voor de jongeren op het middelbare en hoger onderwijs. Les vanachter je laptop, of met een klein deel van de klas in een lokaal. Veel leuke activiteiten gaan niet door, maar je schoolwerk blijft.

Een ander punt van het “thuiswerken” is dat werk en privé voortdurend door elkaar lopen. Ons werken lijkt soms meer op ploeteren en zwoegen. Hierbij speelt mee dat we niet zozeer hard moeten werken, maar omdat we van onszelf vinden dat we hard moeten werken. De ene na de andere deadline volgt zich op. Psalm 127 helpt ons te relativeren.

Natuurlijk moet je je handen uit de mouwen steken. Een huis wordt niet vanzelf gebouwd en brood komt ook niet automatisch op de plank. Ons werken, onze manier van leven is soms zo’n geploeter en gezwoeg. We lijken steeds weer te vergeten waar het in het leven daadwerkelijk op aankomt. Het lijkt of we collectief alles uit het leven willen halen wat erin zit. Dat word nu door Corona een stuk lastiger, je kunt als student niet zomaar een jaar gaan reizen voor je ontwikkeling. Corona gooit van jong tot oud onze planning en verwachtingen in de war.

God leert ons te ontspannen. Niet pas als alle werkzaamheden klaar zijn, maar ook terwijl we aan het werk zijn. En Hij leert ons te verheugen over zijn goedheid met allen die ons lief zijn. Het gaat om het verschil tussen succes en zegen. Niet: zonder God geen succes, maar: zonder God geen zegen. Succes valt grotendeels te organiseren. Je kunt heel veel plannen, organiseren: het huis dat je bouwen wilt, je carrière die je uit stippelt. Maar geluk, zegen kun je niet plannen zegt de psalmist. Niet met laat opblijven, met vroeg opstaan, met hard werken. Zegen mag je ontvangen. Daar kun je om vragen, die mag je verwachten, daar kun je je voor open stellen.

 

‘Heer, het is uw kerk, ik ga slapen’

Paus Johannes de 23e maakte zich ook nogal druk om de kerk, maar zei op een avond: ‘Heer, het is uw kerk, ik ga slapen’. Hij besefte dat hij niet zelf de kerk overeind kon houden. De kerk is Gods werk. Hij zei niet: ‘De kerk is Gods werk, ik ga slapen’. Nee, hij ging in gebed: ‘Heer, het is uw kerk.’ We laten ons werk door de week en in de kerk niet alleen aan God over. We bouwen en verbouwen het huis samen met God. God heeft ons nodig en wij God. Zonder God lukt het niet, maar zonder ons ook niet. En daarom is het gebed ook nodig, om met God te praten. Om onszelf voor te leggen: ‘hier zijn wij Heer. We willen er iets van maken, maar we kunnen dat niet zonder U. Ik wens iedereen, ook in deze onzekere tijd, een goede nachtrust toe in vertrouwen op onze Heer.

Giel Stomphorst

Deel deze pagina met anderen!