Visie en roeping​

De Maranathakerk kenschetst zich als een ‘Open-Confessionele’ gemeente. Daarmee wordt uitgedrukt dat de gemeente staat in de brede traditie en het belijden van de kerk door de eeuwen heen vanaf het credo: “Jezus Christus is Heer” (Fil. 2). De kerk belijdt haar geloof in antwoord op de vragen en dilemma’s die in kerk en samenleving aanwezig zijn. De Heilige Schrift is daarbij de enige bron en norm. Daarnaast worden binnen de PKN diverse belijdenisgeschriften erkend waarin de kerk haar geloof heeft uitgedrukt. In die traditie wil de Maranathakerk gemeente van Jezus Christus zijn. Deze belijdenis vormt niet zozeer een hek, dat sommigen binnen- en anderen buitensluit, maar eerder een kern, een focus waarmee richting gegeven wordt aan het gemeenteleven.

De toevoeging ’open’ geeft weer dat de gemeente vanuit deze focus ruimte biedt aan de veelkleurigheid in geloofsbeleving van haar leden. Open betekent ook: geopend naar de toekomst. De Geest schrijft wegen in de tijd: in iedere tijd is de gemeente geroepen om de boodschap van het Evangelie opnieuw te verstaan en gestalte te geven in een veranderende context.

‘Open Confessioneel’ is dus meer dan een verbondenheid met een stroming binnen de PKN. Het geeft de dynamiek weer tussen de belijdende kerk en haar specifieke context.

Missionstatement

De visie van onze gemeente is verwoord in het volgende missionstatement:

In het licht van Gods grote liefde voor ons willen wij als volgelingen van Jezus Christus onder leiding van de Heilige Geest, persoonlijk en samen, ons oefenen in hart hebben voor God, voor elkaar en voor Gods bevrijdend werk in de wereld.

Ons missionstatement kunnen we samenvatten in: “hart voor God, hart voor elkaar, hart voor de wereld”. Het vormt een drieslag en geeft de drie kernwaarden weer die de grond vormen van dit beleidsplan. Wij zijn verheugd dat deze drieslag bij de sectieteams “PWwijken” en alle Taakgroepen terug te vinden is.

Tegelijkertijd beseffen wij dat wij onszelf en elkaar gemeentebreed voortdurend aan deze drieslag moeten blijven herinneren. Want dan kan het “hart voor God, hart voor elkaar, hart voor de wereld” doorwerken in de manier waarop wij met elkaar omgaan en kan het doorwerken op momenten waarop het beleid met en door de Taakgroepen wordt geëvalueerd.