‘Volhardend bidden – Bidt zonder ophouden‘

Volhardend bidden – Bidt zonder ophouden
(1 Thessalonicenzen 5:17)

Op de drempel van de zomervakantie ronden we als Maranathakerk het jaarthema ‘Eén in gebed’ af. Dit betekent niet dat we ook een punt zetten achter al onze gebeden. We worden juist door de apostel Paulus opgeroepen om te blijven bidden: ‘Bidt zonder ophouden!’ Deze aansporing hebben wij nodig want in de confrontatie met de wereld om mij heen, de influisteringen van Gods tegenstander en de zwakheid van mijn eigen-ik, is het gebed vaak het eerste slachtoffer dat sneuvelt.

De tijd waarin we leven en de tijdgeest die zich breed heeft gemaakt, zet het gebed weg als een lachertje. Bidden wordt op dezelfde hoop geschoven als Yoga. Jouw gebed is niets meer dan een ‘maniertje’ om mentaal gezond te blijven. Onze maatschappij is aangrijpend plat geworden en dat, zo schrijft dr. Immink, stelt de biddende mens voor extra uitdagingen: ‘Het innerlijke leven van de bidder staat niet los van het geestelijke klimaat van de bredere cultuur. Ook al maakt de biddende mens deel uit van een geloofsgemeenschap, dat neemt niet weg dat het innerlijk zich ontwikkelt door de invloeden van buiten.’

Die invloeden houden geen halt voor welke deur dan ook. Ze kruipen onder je huid en ze nestelen zich in je hoofd en je hart en ze kunnen je zo verlammen dat je de neiging hebt om het bidden maar op een laag pitje te zetten. ‘Bid zonder ophouden’ is geen losse quote waarmee Paulus zijn brief aan de christenen in Thessaloniki nog even wil opleuken maar een indringende aansporing. Hij weet, van binnenuit, wat het betekent om te blijven bidden in moeilijke situaties: ‘Ik heb de Heere driemaal gesmeekt om de engel van de satan, die mij met ‘vuisten’ sloeg van mij weg te nemen’ (2 Korinthe 12:7-8).

Dat volhardende gebed komen we in Bijbel op hele diverse plekken tegen. Abraham bleef in zijn gebed met God onderhandelen over Sodom: ‘Er kan toch geen sprake van zijn dat U zoiets doet, dat U de rechtvaardige samen met de goddeloze doodt? Zou de Rechter van de aarde geen recht doen?’ (Genesis 18:25). Mozes dringt er in zijn gebed bij God sterk op aan: ‘Als Uw aangezicht niet meegaat, laat ons dan niet van hier verder trekken’ (Exodus 33:15).

Volhardend bidden is geen bidden tegen beter weten in, maar weten van een God die hoort! James Hudson Taylor (1832-1905) verbleef jarenlang als zendeling in China. Hij had regelmatig te maken met te weinig financiële middelen en daardoor ontstond er een gebrek aan voedsel: ‘De voorraad slonk bij de dag en tenslotte was de allerlaatste zak rijst aangebroken en stond de hongerwolf voor de deur. Maar gebeden werden als wierrook opgezonden. En toen zagen wij God voor ons werken. Er kwam een brief met een cheque van vijftig pond en de toezegging van verdere financiële ondersteuning. Samen beleden en zongen we: ‘Waarlijk, er is niemand gelijk aan de Here onze God!’
Volhardend bidden is waken en wachten. Leo Fijen schrijft in een van zijn boeken: ‘Wachten is waakzaam zijn en attent reageren op het goede moment dat zich aandient om te handelen. Wachten wil ook zeggen dat je je voegt naar het ritme van de aarde, van de seizoenen, van dag en nacht. Je moet niet gaan forceren. Wachten en verlangen moeten kunnen rijpen; dat betekent ook dat je het durft uit te houden in verlangen en leegheid.’

Volhardend bidden is, naast waken en wachten, ook werken! De Engelse predikant Spurgeon (1834 – 1892) houdt bidden en werken heel dicht bij elkaar. Hij zegt over bidden zonder ophouden: ‘Laat al je daden in overstemming zijn met je gebeden. Dan is je doen en laten een voortzetting van je gebed. Wie bidt voor zijn medemens en vervolgens het goede zoekt is zo nog steeds aan het bidden. Liefhebben is bidden. Ons hele leven kan zo een voortdurend (en volhardend) gebed zijn.’

Cock Kroon

Deel deze pagina met anderen!