Huiskamer gesprekken

Elk seizoen organiseert de wijkouderling samen met de pastoraal werker(s) uit zijn of haar wijk een groot huisbezoek of ook wel huiskamergesprek genoemd.

U krijgt hiervoor een uitnodiging via uw wijkouderling. Meestal is dit bij iemand in uw wijk thuis en komen gemeenteleden van een aantal straten op deze avond bij elkaar rondom het jaarthema.

Doelgroep      : alle gemeenteleden uit de verschillende secties
Doel                : onderlinge ontmoeting en geloofsgesprekken voeren
Locatie           : beschikbare huiskamer(s)

Het jaarthema 2023-2024 van de Maranathakerk is Eén in gebed. Het gebed kent in de Bijbel meer dan één vorm en de inhoud van het gebed kan ook heel verschillend zijn. De vorm en de inhoud hebben te maken met de situatie waarin er gebeden wordt. Als het om de inhoud van de gebeden gaat dan staan er in de Bijbel gebeden van schuldbelijdenis, vraaggebeden, dankgebeden, voorbede en lofprijzing. Door middel van het gebed richten wij ons tot God. Wij mogen bidden in Jezus’ naam (Johannes 15:7-15). Dit betekent dat Hij onze gebeden bij Zijn Vader brengt en daarom mogen wij erop vertrouwen dat God ons hoort en verhoort: ‘U die ons bidden hoort’ (Psalm 65:3).

1. Welke gedachten of beelden komen als eerste bij u op rondom het jaarthema Eén in gebed? Wat zeggen ze over onze gebeden?

2. Op welke momenten van de dag bid jij? Is bidden belangrijk voor jou, waarom wel/niet?

3. Omcirkel dat wat bij jouw gebeden past en bespreek daarna met elkaar de verschillende uitkomsten. Als ik bid, dan bid ik om/voor: gezondheid – bescherming – goede studie- of bedrijfsresultaten – gezinsleden, familie en vrienden – de wereld – God te loven – de schepping – de vervolgde kerk – de wereldkerk – Israël – persoonlijk geloof – de komst van Gods koninkrijk – vergeving van zonden – de Maranathakerk – anders………

4. In 1 Samuel 1:10-15. Hanna zegt: ‘Ik heb mijn hart/ziel uitgestort voor het aangezicht van de HERE ’ (1 Sam. 1:15; Psalm 62:8-9). Wanneer doe jij dit? Wat betekent dit voor je? Lees ook Mattheüs 26:36-45. In dit Bijbelgedeelte zien we hoe Christus ons is voorgegaan in het gebed. Hij kon niet zonder de intense omgang met Zijn Vader!

5. Jos Douma schrijft in zijn boekje ‘Zin in bidden’: ‘Beginnen met bidden is best lastig. Als het om vaste momenten gaat, bijvoorbeeld bidden bij het eten als we samen aan tafel zitten, vind ik het niet moeilijk. Daar is het een (goede) gewoonte. Maar zelf de tijd nemen om te bidden – ik blijf het lastig vinden om eraan te beginnen. Er is altijd wel weer wat anders om te doen. Spreek eens met elkaar over dit citaat door. Welke herkenning roept het bij je op? Wat zou kunnen helpen om ‘actiever’ bezig te zijn met gebed?

6. Ook in het verre verleden van de christelijke gemeente heeft men al veel nagedacht over het gebed. Er wordt in een oud leerboekje (geschreven in 1563), mooie dingen over het gebed gezegd. Probeer eens de vertaalslag te maken naar het heden en staar je niet blind op het taalgebruik…. 😉

Heidelbergse Catechismus – Zondag 45

Vraag 116: Waarom hebben de christenen het gebed nodig?
Antwoord: Omdat het gebed het voornaamste deel van de dankbaarheid is, die God van ons eist. En omdat God Zijn genade en de Heilige Geest alleen wil geven aan hen die Hem met een innig verlangen zonder ophouden daarom bidden en daarvoor danken.

Vraag 117: Wat behoort tot een gebed dat God aangenaam is en door Hem wordt verhoord?
Antwoord: Ten eerste, dat wij alleen de enige ware God, die Zich in Zijn Woord aan ons geopenbaard heeft, van harte aanroepen om alles wat Hij ons geboden heeft Hem te vragen. Ten tweede dat wij onze nood en ellende goed en grondig kennen, opdat wij ons voor het aangezicht van Zijn majesteit verootmoedigen. Ten derde, dat wij deze vaste grond hebben, dat God ons gebed, hoewel wij het niet waardig zijn, omwille van de Here Christus, zeker wil verhoren, zoals Hij ons in Zijn Woord beloofd heeft.

7. Bidden en (op)biechten liggen dichter bij elkaar dan we meestal denken. In Jakobus 5:16 worden we opgeroepen om elkaar de zonden te belijden. Hoe kijk jij aan tegen de biecht en wat zijn voor jou belemmeringen om zaken op te biechten? In hoeverre kan het opbiechten, in een sfeer van veiligheid en vertrouwen, ook in een gezamenlijk gebed gebeuren? Als Bijbelgedeelte kun je bij deze vraag ook Psalm 32 lezen en bespreken.

8. Eens/oneens: wie geen persoonlijk gebedsleven kent die heeft ook geen persoonlijke omgang met de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.

9. Om te bespreken: ‘Eerst had hij gedacht dat bidden spreken was, maar toen ontdekte hij dat bidden zwijgen is, en niet alleen zwijgen, maar luisteren’ (Sören Kierkegaard, 1813-1855). Wanneer, waar, waardoor en door wie hoor je de stem van God?

10. In de Maranathakerk is er op zondag ook gelegenheid om, na afloop van de kerkdienst, voor je te laten bidden. Ook is er op woensdagavond en vrijdagochtend gebedsuur. In hoeverre zou je hier ook gebruik van willen maken? Waarom wel/waarom niet?

11. Neem de tijd om het huiskamergesprek af te sluiten met gebed; verzamel gebedspunten en breng deze bij God door middel van een (kring)gebed.

Een concertpianist zei:

Wanneer ik één dag niet studeer, merk ik het.
Wanneer ik twee dagen niet studeer, merken mijn vrienden het.
Wanneer ik drie dagen niet studeer, dan merkt mijn publiek het.
Voor mij geldt dat ook voor mijn bidden:
Wanneer ik één dag niet bid, merkt God het.
Wanneer ik twee dagen niet bid, bespeur ik het in mezelf.

Een concertpianist zei:

Wanneer ik één dag niet studeer,
merk ik het.
Wanneer ik twee dagen niet studeer,
merken mijn vrienden het.
Wanneer ik drie dagen niet studeer,
dan merkt mijn publiek het.
Voor mij geldt dat ook voor mijn bidden:
Wanneer ik één dag niet bid,
merkt God het.
Wanneer ik twee dagen niet bid,
bespeur ik het in mezelf.

Deel deze pagina met anderen!