Mijn tijden zijn in uw hand.

Psalm 31:16 (HSV)

“Een van mijn voorgangers krabde boven de celdeur: ”Over honderd jaar is alles voorbij.”
Dietrich Bonhoeffer

In een brief uit de gevangenis aan zijn ouders in mei 1943 zegt Bonhoeffer dat hij iets probeerde te schrijven over het ‘gevoel van tijd’ om zijn eenzaamheid en isolement onder ogen te zien of wat hij de ‘ervaring van lege tijd’ noemt. De inscriptie boven zijn celdeur herinnerde hem er dagelijks aan dat over honderd jaar alles voorbij zou zijn. Maar wat doe je als je het gevoel hebt dat je opgesloten zit in een cel? Hoe denken we na bijna een jaar van deze pandemie over isolatie? Hoe kunnen we dit handen en voeten geven, in fysieke afzondering van vrienden en dierbaren?

Terwijl Bonhoeffer in de gevangenis zit, denkt hij nog steeds aan zijn bejaarde ouders die in Berlijn proberen te overleven terwijl de oorlog zijn hoogtepunt bereikt. Hij heeft vrienden die soldaten zijn; zijn voormalige studenten zijn aan het vechten aan het oostfront en zijn collega’s plannen een coup tegen Hitler. Hij heeft misschien tijd gehad in de gevangenis, maar zijn vrienden en familie waren uitgeput door hun verantwoordelijkheden en de urgentie van die tijd.

Omdat velen van ons momenteel thuis blijven en onnodig contact vermijden en manieren vinden om de tijd zinvol in te kleuren, denken we ook aan degenen voor wie het een erg drukke en gevaarlijke tijd is – artsen en verpleegsters die lange dagen werken, degenen die anderen nodig hebben, die diensten verlenen, degenen die om persoonlijke redenen niet in een isolement leven of degenen die na verloop van tijd ziek liggen op overvolle ziekenhuisafdelingen. In vergelijking met hen is het een geschenk, zelfs een luxe om tijd bij de hand te hebben.

Toen hij aan zijn ouders schreef, hoopte Bonhoeffer nog snel vrijgelaten te worden. Maar ondertussen hield hij notities bij van zijn gedachten en schreef hij bekende zinnen op die, in tijden van isolatie nieuwe betekenissen krijgen: “tijd die voorbijgaat”, “de leegte van de tijd”, “de tijd laten wegglippen,” de vernietiging van de tijd “, “de genezing van tijd”, “de vervulling van tijd” en “het voordeel van tijd”. Hij schreef zowel over angst als over verveling, ongeduld en verlangen, en hintte zelfs naar zelfmoord om alles te beëindigen omdat hij “al dood” was. En toch bleef hij terugkomen op de woorden van de psalmist: “Mijn tijden zijn in uw hand.” En op de woorden van Jezus: “Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.” (Matt. 6:34)

Velen van ons brengen elke dag relatief geïsoleerd door, alsof we opgesloten zitten in een cel. Als sociale wezens die betekenis vinden in relaties, komt het niet vanzelf, maar het is essentieel geworden voor ons welzijn. We zitten misschien niet in de gevangenis of opgesloten maar we beseffen hoe het is om gedwongen te worden om in een relatieve opsluiting te leven en daarom is het belangrijk wat sociale relaties eigenlijk voor ons betekenen.

Hoewel we weten dat onze ‘straf’ alleen zolang zal duren totdat de vaccins gaan werken, vrezen we dat de isolatie veel langer zal duren. Zelfs als we dit alles doorgemaakt zullen hebben, zijn we niet zeker van de uitkomst. Niets is meer een garantie voor ons. Helaas vermindert onzekerheid onze angst niet. We maken ons terecht zorgen over morgen. Maar dat betekent niet dat we ons niet op de toekomst moeten voorbereiden. Integendeel, we zijn geroepen om vandaag verantwoordelijk te handelen in het belang van morgen en toekomstige generaties.

De “bezorgdheid” waartegen Jezus ons waarschuwt is echter iets anders. Het is paniek, waardoor zorgen de controle over ons leven kunnen krijgen, zodat we niet kunnen doen wat er vandaag moet gebeuren. Op dat moment vallen onze levens uit elkaar en worden we het slachtoffer van het algemene ongeluk dat de samenleving in dergelijke tijden in zijn greep houdt. Natuurlijk moeten we op de hoogte blijven van nieuws over de pandemie en de realiteit die ermee gepaard gaat, maar we moeten ons niet zo laten overweldigen dat we niet kunnen doen wat we moeten doen. We moeten deze tijd niet letterlijk verspillen, maar deze eerder als een geschenk en kans aangrijpen.

Er zijn twee Griekse woorden die in het Nieuwe Testament worden gebruikt die we met ‘tijd’ kunnen vertalen. Een daarvan is “chronos”, waaruit we de chronologische tijd halen, dat wil zeggen jaren, maanden, dagen, uren, seconden en seizoenen. De andere is “kairos”, wat betekent dat tijd wordt opgevat als een door God gegeven gelegenheid om te kiezen tussen leven en dood, tussen de weg van Christus of de weg van hebzucht, egoïsme en arrogantie. Daarom zegt Paulus, die ook vanuit de gevangenis schrijft tegen zijn medechristenen in Kolosse: “buit de geschikte tijd uit”. (Kol. 4:5), dat wil zeggen dat ze de voorbijgaande uren en minuten moeten zien als een gelegenheid die God heeft gegeven om hun roeping als christenen te vervullen. Dit betekent niet dat je gewoon de hele tijd bezig moet zijn, maar dat je de kans gebruikt om het leven op een creatieve manier te verbeteren, zodat het een verschil zal maken voor jezelf en voor anderen. Het is niet alleen om nu zinvol te leren leven maar ook om je voor te bereiden op een toekomst na de pandemie.

Hoe vaak zeggen we niet dat we vandaag iemand niet kunnen helpen omdat we geen tijd hebben? Hoe vaak zeggen we dat we geen tijd kunnen besteden aan het luisteren naar een vriend in nood? Hoe vaak zeggen we dat we geen tijd hebben om stil te zijn, te bidden of de Bijbel te lezen? Maar voor degenen die zich nu gevangen voelen helpt dat excuus momenteel niet. We worden zelfs uitgenodigd om de tijd anders te zien: een gelegenheid om een vriend te bellen en te zien hoe het met hem gaat, om iets te ontdekken dat we nooit van de wereld of onszelf wisten, om een boek te lezen of er zelfs een te schrijven, of gewoon stil te staan en te staren naar de schoonheid om ons heen.

We hebben niet langer het excuus: “Ik heb geen tijd!” We kunnen op zijn minst leren om tijd als een geschenk te omarmen, zodat we, wanneer de dingen terugkeren naar relatieve ‘normaliteit’, hebben geleerd hoe kostbaar tijd is, iets om te koesteren dat niet mag worden verspild. Deze tijd gaat voorbij maar ondertussen kunnen we een echt tijdsbesef ontdekken, namelijk dat onze tijd ‘in de hand van God’ is. Ja de tijd zal verstrijken maar zal het ons leven ten goede veranderen?

ds Jacques Steenkamp

Deel deze pagina met anderen!