“O kom, o kom, Immanuel..”

Zondagschoolkerstfeest. De meester van de zondagschool vertelde het bekende verhaal van de geboorte van Jezus. Daarna luisterden we met rode oren naar het vrije verhaal, dat door een andere juf verteld werd. Een feel-good verhaal dat goed afliep op de avond voor Kerst. Aan het eind kregen we een grote sinaasappel, een kersttimpje (uit de bakkerij van mijn vader) en een spannend kinderboek. Zo zag de kerstviering van de zondagschool er uit toen ik kind was. De kinderen droegen bij aan de viering door thuis een tekst uit het hoofd te leren uit het oude Testament en die vooraf aan het kerstverhaal hardop te zeggen.

“een maagd zal zwanger worden en gij zult hem de naam Immanuel geven”

en andere teksten uit de profeten. Zinnen, die je als kind echt uit je hoofd moest leren, je struikelde zomaar over al die moeilijke woorden! Maar het waren teksten, die het kerstverhaal voorbereidden.

Feitelijk sluiten de teksten, die de kinderen voordroegen aan op een oude kerkelijke traditie. In de zeven dagen voor kerst werd elke dag zo’n tekst gezongen. Het zijn de zogenaamde O-antifonen, die als keervers gezongen werden bij de lofzang van Maria:

“O Wijsheid, O Heer en Meester, O Wortel van Isaï, O sleutel van David, O Opgang uit den hoge, O Koning van de volken, O Immanuel”

, elke dag één. Het zijn de namen waarmee wij Jezus Christus aanroepen, het zijn de namen van Hem, die de Messias is, de redder van  Israël en van de volken. Al die namen drukken iets uit van wie Jezus is en van zijn betekenis voor ons mensen. De laatste, Immanuel, horen we ook terug in het Kerstevangelie: in Jezus is God-met-ons! We roepen Jezus aan om zijn komst, om redding en verlossing.  In dat ‘O’ klinkt een diep verlangen en eerbied door: O Kom! De dagen worden korter, het duister is zo groot, Kom toch om de macht van het duister te breken met Uw licht, Wees toch een God met ons!

Het is donker,  de dreiging van de corona-epidemie is nog volop om ons heen. We leven al zo lang op afstand van elkaar leven. We kunnen niet normaal naar de kerk gaan, zelfs niet met de Kerst, we kunnen niet samen zingen, we missen de gemeenschap. En op veel meer manieren is het donker, ieder beleeft in meerdere of mindere mate zijn eigen ervaring van verdriet, van angst en duisternis. In deze laatste week op weg naar Kerst mogen we ons oefenen in het aanroepen van die namen van onze Heer Jezus Christus, mogen we ons de troost van die namen te binnen brengen, die ons door het Oude Verbond zijn aangereikt. Ook wanneer je geloofsvertrouwen niet goed bestand is tegen al dat duister, dat op je afkomt. Sta maar weer op, lees en lees hardop, zing de teksten mee. De kerklieddichter Willem Barnard vertelde dat hij in zijn moeilijke momenten in een lied zijn geloof weer te binnen zong. Dàt is de kracht van de liturgie: wanneer je er zelf met je gevoel niet meer bij kunt krijg je een lied, een vorm aangereikt en bid en zing je samen met anderen mee, met al je vertwijfeling en je verdriet én met geloof dat de toevlucht neemt tot God. De psalmdichters zijn ons hierin voorgegaan.

In het bekende lied ‘O kom O kom, Immanuel’ (In Hemelhoog 145 staat de bekende versie en in lied 466 van het Nieuwe Liedboek vinden we een berijming die dichter aansluit bij de oorspronkelijke tekst.) zijn deze verzen onder ons bekend geworden. Dezelfde Barnard heeft het bekende adventslied gedicht vanuit een Engelse bewerking die terug gaat op die eeuwenoude antifonen. We zingen het mee in de gemeente, we luisteren het mee met de toegankelijke bewerking van ‘Sela’; we luisteren naar Bono, die met U2 de Engelse variant zingt, het is een roep vanuit de golflengte van onze ziel.

En Hij die gekomen is, zijn komst in deze wereld vieren wij. Hij die altijd de komende is: Hem verwachten wij;  Zijn bevrijding, zijn heling, zijn verlossing, daarop hopen wij. Ik wil u uitnodigen om vanaf 17 december elke dag tot aan de Kerst een van deze gezangen te overwegen en te bidden.

Hij heeft beloofd: 'Ik zal er morgen zijn'. Gezegende Kerst, houdt moed, heb lief.

Kees Verduijn

O Wijsheid, voortgekomen uit de mond van de Allerhoogste;
Gij doordringt alle dingen met mildheid en kracht.
Kom nu en wijs ons uw wegen.

O Adonaï, Leider van Israëls huis;
Gij zijt aan Mozes verschenen in het brandend braambos
en hebt hem de Wet gegeven op de Sinaï.
Kom nu en bevrijd ons met sterke hand.

O Wortel van Jesse, Gij zijt het teken waarop de volken hebben gewacht;
Voor U zullen koningen verstommen, de volken zullen tot U smeken.
Kom nu en bevrijd ons, wacht niet langer meer.

O Sleutel van David en scepter van Israëls huis;
wat Gij opent zal niemand meer sluiten,
wat Gij sluit, zal niemand meer openen.
Kom nu en bevrijd ons uit de kerker,
uit de duisternis en de schaduw van de dood.

 O Dageraad, afglans van het eeuwig licht
en Zon van gerechtigheid.
Kom nu en verlicht hen die in duisternis leven,
die gezeten zijn in de schaduw van de dood.

O Koning der volkeren, zo lang verwacht.
Gij hoeksteen die alles één maakt.
Kom nu en red de mens die Gij uit aarde hebt gevormd.

 O Immanuel, onze Wetgever en Koning,
verwachting der volkeren en hun Verlosser. 
Kom nu en red ons, Heer, onze God.

Deel deze pagina met anderen!