Ik (dat is Jezus) bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven. 21 Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: ik in hen en u in mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij lief had. (Johannes 17: 20-23)
Johannes beschrijft een oproep van Jezus tot de discipelen net voordat Hij wordt verraden door Judas. Jezus roept op om één te zijn, net zoals Hij één is met de Vader en de Heilige Geest. Dit is misschien wel een van de moeilijkste taken voor ons als Christenen vandaag de dag. We leven in een individualistische cultuur waarin je eigen mening centraal staat. Het is onze taak om de eenheid van Jezus en de Vader te laten weerspiegelen in ons eigen leven. Daardoor kunnen onze naaste zien wie wij zijn en wie Jezus is. Eenheid is complex, zeker in de kerk. Juist omdat de kerk raakt aan hetgeen wat je ten diepste bezig houdt. Het is belangrijk om met respect met elkaar om te gaan. Met de mensen om je heen en ook met andere religieuze stromingen. Alleen samen kunnen we meer leren en begrijpen van wat Jezus ons hier leert. Graag deel ik met jullie een verhaal over de oecumene (kerkelijke samenwerking tussen diverse stromingen) ter inspiratie.
Ze zaten in een verhit gesprek, de rabbi en zijn leerlingen. ‘De waarheid! Maar rabbi, wat is de waarheid?’, riep een van de leerlingen ineens uit. Er viel een pijnlijke stilte. Zo fel sprak je toch niet in het bijzijn van een rabbijn? ‘We zullen een experiment doen’, zei de rabbi. ‘Doe allemaal je ogen dicht. Stel je dan deze kamer voor. In het midden van de kamer staat een grote, perfect geslepen diamant. Hoog in het plafond is een heldere lamp, die precies op de bovenkant van de diamant straalt. Zie je het voor je?’ De leerlingen knikten met hun ogen dicht. ‘Goed’ zie de rabbi zacht, ‘wij zitten eromheen en het licht schijnt in de diamant. Houd je ogen dicht en beantwoord alleen deze vraag. Welke kleur heeft de diamant?’ ‘Geel’ ‘Groen’ ‘Welnee, paars!’
Iedere leerling bleek een andere kleur in gedachten te hebben. ‘Kijk’ zei de rabbi ‘zo is het ook met de waarheid. Iedereen ziet zijn eigen kant van de diamant, van het licht. Je kunt eindeloos ruziën, dat jouw kleur de ware is. Maar je kunt ook gezamenlijk een rondje lopen om de diamant en dankbaar zijn, dat je samen een beeld van het geheel krijgt. Waarheid vind je tenslotte alleen bij elkaar.’
Giel Stomphorst