Maandthema mei – We reizen met onze gaven
In mei denken we samen na over onze reis met God en met elkaar en over wat de gaven van de Geest voor ons betekenen. Hoe weet ik dat ik de gaven van de Geest heb? En wat voor gave heb ik precies – als die er is? Kan ik nog meer krijgen als ik ervoor bid?
Het is in deze tijd vóór Pinksteren dat het gepast is om na te denken over de gaven van Gods Geest. Misschien is dit concept van “gaven van de Geest” juist in onze tijd actueel geworden. Soms gebruiken we het nogal blasé en soms vermijden we het onderwerp gewoon omdat we denken dat we het niet zo goed begrijpen.
Paulus schrijft aan de kerk in Efeze: “Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.”(1: 3). Wat een geweldige zegen. God kan ons niet meer gaven geven dan wat Hij al heeft gegeven! Het is een onthutsende gedachte: God heeft alles gegeven wat er te geven is. Dus, naast alles wat we al over Hem weten, is Hij ook een vrijgevige God.
Er zijn verschillende passages in de Bijbel die deze vrijgevigheid van God beschrijven. De bekendste hiervan zijn waarschijnlijk Romeinen 12:6-8; 1 Korintiërs 12 en Efeziërs 4:11-12. (Dit zijn niet de enige passages die hiermee te maken hebben, maar ze vertellen ons het duidelijkst wat de gaven van de Geest zijn.) Uit deze passages kunnen we ook een aantal gevolgtrekkingen maken:
- De gaven van de Geest zijn een geschenk van God aan zijn kerk.
- Ieder mens ontvangt een gave van God – soms zelfs meer dan één.
- U ontvangt nooit een gave van God “voor eigen gebruik”; het is u gegeven ter wille van de geloofsgemeenschap waarvan u deel uitmaakt.
- Deze gaven worden aan u gegeven om andere mensen te dienen.
- Er is geen hiërarchische volgorde in de gaven. De gave van de een is daarom niet belangrijker dan die van de ander.
- Als ik mijn gave niet leef, ontneem ik de geloofsgemeenschap een deel van Gods goedheid.
- De gaven van de Geest werken samen voor hetzelfde doel: de geloofsgemeenschap laten groeien.
- Alle gaven zijn ondergeschikt aan de grootste gave: liefde.
- Alle gelovigen hebben de gave van liefde ontvangen.
Nu kan de vraag rijzen: welke gaven heb ik ontvangen? Er is een eenvoudige manier om te bepalen of de Heilige Geest uw leven onder controle heeft: kijk in de spiegel. Dat wil zeggen: evalueer uw eigen gedrag. Daarom maakt de Bijbel onderscheid tussen de gaven van de Geest en de vrucht van de Geest. De eerste is Gods geschenk aan jou, de laatste is het resultaat van dat geschenk.
De vrucht van de Geest wordt vaak verkeerd begrepen. Als je de bekende tekst uit Galaten 5:22 zorgvuldig bestudeert, leer je dat je niet beetje bij beetje vrucht draagt. Er is ook geen mogelijkheid dat de ene persoon de ene vruchten krijgt en de andere een andere vrucht. Nee, er is nooit sprake van “vruchten“; Paulus spreekt van “de vrucht (enkelvoud) van de Geest”. En deze vrucht wordt liefde genoemd.
Iemand zei ooit: “Waar je passie en de behoeften van een ander elkaar kruisen, daar kun je je gave gaan zoeken.” Als je niet de passie hebt om mensen te onderwijzen, zal die behoefte aan je voorbij gaan; als je de passie hebt om naar mensen te luisteren en voor hen te bidden, zullen zulke mensen je pad kruisen.
Het feit dat je geen passie hebt voor een bepaald doel, ontneemt je niet de verantwoordelijkheid om er iets aan te doen. Bijvoorbeeld: als iemand nodig is om voor een zieke te bidden, mag je nooit zoiets zeggen als: ‘Dit is niet mijn taak; vraag het aan iemand anders”.
Laten we Paulus geloven als hij schrijft: “Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, die ons in de hemelsferen, in Christus, met talrijke geestelijke zegeningen heeft gezegend.”(Efeziërs 1: 3).
Laten we deze tijd voor en na Pinksteren gebruiken om na te denken en te ervaren welke gaven God ons ieder heeft gegeven. En laten we onze gaven in praktijk brengen ter wille van elkaar en onze eigen gemeente, de Maranathakerk. Moge God ons hierin zegenen.
Jacques Steenkamp